top of page

Pedagogisch beleid

Pedagogisch beleid

Time for kids

Inleiding:

Om een zo goed mogelijke ontwikkelingsomgeving voor kinderen te creëren is het van belang dat er afspraken gemaakt worden over hoe we dat met elkaar willen doen. Wat zijn onze pedagogische uitgangspunten en hoe brengen we deze in de praktijk. Naast wat wij daarin belangrijk vinden, geeft de Wet Kinderopvang ons hier ook sturing in. In dit beleid staat beschreven wat onze visie is. Hoe wij deze in de praktijk brengen en worden op drie onderwerpen kaders aangegeven: het wenbeleid, het vierogenprincipe en als laatste de kwaliteitsbewaking.

Pedagogische visie

Voor Timeforkids wordt de volgende pedagogische visie gehanteerd:

Kindvisie

Een kind wordt beschouwd als een krachtig persoon, met een aangeboren nieuwsgierigheid en drang om de wereld te ontdekken. Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, in zijn eigen volgorde en op zijn eigen manier.

Kinderopvangvisie

Professionele kinderopvang heeft een meerwaarde voor ieder kind. Het is een plek waar kinderen ontwikkelingskansen krijgen, die een uitbreiding vormen op de mogelijkheden en opvoeding die het eigen gezin en verdere omgeving aan een kind bieden. Kinderen kunnen zich ontwikkelen op alle gebieden in interactie met andere kinderen en leefomgeving. Het kind uitdagen tot het opdoen van nieuwe ervaringen en aansluiten bij al bestaande interesses van het kind gaan daarbij samen.

Korte termijn opvoedingsdoel

Voor ieder kind is er een veilige, vertrouwde en uitdagende sfeer. Voor ieder kind is het van belang dat het zichzelf kan en mag zijn. Dat emoties (h)erkend en beleefd mogen worden. Ieder kind krijgt letterlijk en figuurlijk de ruimte om ervaringen op te doen en zichzelf, de omgeving, de natuur en relaties met andere kinderen en volwassen te ontdekken.

Lange termijn opvoedingsdoel

Ieder kind krijgt de mogelijkheid zichzelf te ontwikkelen tot een zelfstandig, verantwoordelijk en sociaal deelgenoot van de samenleving; een kind dat zowel andere kinderen, volwassenen als zichzelf in de natuurlijke leefomgeving respecteert. Ouders en kinderopvang begeleiden een kind, gezamenlijk en met wederzijds respect. Zo leren de kinderen de spelregels van de samenleving waarin zij opgroeien. Het realiseren van een herkenbare doorgaande lijn en een goede aansluiting tussen kinderopvang en onderwijs is daarbij van groot belang.

Pedagogische visie in de praktijk

Emotionele veiligheid

Hoe bereik je een veilige en vertrouwde sfeer voor kinderen? Kinderen zijn enerzijds gebaat bij structuur en duidelijkheid. Bij Time for kids wordt gewerkt volgens een vaste structuur:

* Er is een vaste stamgroep met een gemaximeerd aantal kinderen per leeftijdscatergorie;

* Er is een vaste groepsleiding.

* Binnen de groep worden eenduidige regels en afspraken gehanteerd.

* Bij de inrichting van de buiten- en binnenruimte zal gekeken worden naar de structuur die kinderen nodig hebben.

Anderzijds heeft ieder kind geborgenheid en warme aandacht nodig om zich vertrouwd te kunnen voelen. In de interactie met ieder kind komt dit naar voren:

- De groepsleiding is warm, vriendelijk, sensitief en responsief;

- De groepsleiding spreekt ieder kind zo veel mogelijk aan op ooghoogte en op gehoorafstand;

- Elk kind mag zichzelf zijn en wordt serieus genomen;

- De autonomie en streven naar zelfstandigheid worden aangemoedigd: wat een kind zelf kan, mag het zelf doen en daarin wordt het gestimuleerd;

- Elk kind wordt zoveel mogelijk individueel benaderd.

- Elk kind wordt respectvol benaderd.

Kinderen en hun ontwikkeling

Kinderen zijn leergierig en gebruiken hun omgeving om zich te ontwikkelen. Kinderen sturen continue signalen uit die gericht zijn op interactie met (de personen in) hun omgeving . Door de interactie komen zij verder in hun ontwikkeling. De mogelijkheden die de fysieke omgeving en de kinderen en volwassenen daarin bieden, zijn van grote invloed op het verloop van de ontwikkeling van een kind.

Hoe kinderen leren:

* Kinderen leren in eerste instantie van elkaar: naar elkaar kijken, elkaar nadoen en meedoen;

Kinderen zitten als het ware op dezelfde golflengte.

* Kinderen leren van volwassenen: zij leven het leven voor en geven uitleg over de spelregels van de samenleving; volwassenen zijn de intermediair tussen het kind en de wereld. Zij zijn ervoor aanmoediging, ondersteuning en hulp.

* Kinderen leren van wat hen wordt aangeboden in de omgeving en hoe dit wordt aangeboden:

1. Materiaal : speelgoed en ander materiaal wordt zorgvuldig aangeschaft en weloverwogen aan kinderen aangeboden. We streven ernaar om juist materiaal aan te bieden dat thuis en op school niet voor handen is.

2. Activiteiten: activiteiten worden afgestemd op de leeftijdsgroep en gevarieerd naar behoeften.

3. Inrichting: hoe de ruimte eruit ziet is en wat de ruimte uitstraalt is belangrijk. Kleurgebruik, overzichtelijkheid, ordelijkheid zijn aandachtspunten.

Wat leren kinderen

1. Persoonlijke competenties:

* Kinderen leren over zichzelf: wie zijn zij en kunnen ze worden. Kinderen krijgen de gelegenheid om zelfvertrouwen en zelfstandigheid te leren.

* Kinderen ontwikkelen zichzelf op een aantal terreinen: motoriek, creativiteit, taal en spraak, cognitie.

2. Sociale competentie: kinderen zijn van nature sociaal attente wezens en maken een ontwikkeling door als het gaat over omgaan met andere kinderen en volwassenen. Dit gaat van samen spelen en samenwerken tot samen communiceren en conflicten oplossen.

Pedagogische kaders

Het wenbeleid

Het doel van het wennen is altijd: een kind krijgt de mogelijkheid om de opvang te verkennen waarbij en waardoor zijn/haar emotionele veiligheid geborgd is.

Kinderen moeten zich fijn en veilig voelen wanneer zij nieuw binnen komen en moeten ondersteund worden door de pedagogische medewerkers bij het leren van het reilen en zeilen van de groep. In dit basis wenbeleid zijn de minimale eisen voor het wennen van kinderen vastgelegd. Wenbeleid is echter wel maatwerk en dit betekent dat er soms meer voor nodig is om hetzelfde doel te bereiken.

Wenbeleid nieuwe kinderen

We spreken van wenbeleid nieuwe kinderen wanneer een kind nieuw binnenkomt op de locatie. Er vindt dan een intakegesprek met de ouders plaats.

Bij de intake (3-6 weken voor de plaatsing) wordt met de ouders besproken wanneer en hoe hun kind komt wennen. In de agenda/planning van de ontvangende groep wordt genoteerd wanneer het kind komt wennen en op de presentielijst van de betreffende dag wordt dit ook aan gegeven.

0-4 jaar

*Er zijn voor nieuwe kinderen twee wenmomenten van ongeveer 2 uur bij de dagopvang.

*Het eerste wenmoment start, indien een kind ouder is dan 6 maanden, altijd met een rondleiding voor het kind.

*Het is wenselijk dat ouders tijdens het eerste wenmoment (gedeeltelijk) aanwezig zijn om de overgang voor het kind en ouder geleidelijk te laten verlopen en om eventueel gedrag, rituelen en verzorging uit te kunnen leggen.

Aandachtpunten

Het wennen is altijd maatwerk, maar er zijn wel kaders waarbinnen gewerkt moet worden:

*De wenmomenten van nieuwe kinderen vinden plaats voordat het contract van de ouders ingaat.

*Dit buitencontractueel’ wennen mag maximaal 2 dagdelen. Een kind mag officieel niet boventallig op de groep aanwezig zijn. Een wenkind moet goed aangegeven zijn op de presentielijst. De data worden met de ouders vastgelegd.

Er mag maximaal 1 kind op een dag komen wennen bij de dagopvang.

Tijdens het wennen

*Tijdens de wenmomenten maakt het kind in ieder geval een tussendoortje/eetmoment mee en een activiteit/vrij spel moment mee.

*De wenmomenten vallen buiten de haal- en brengtijden van de overige ouders zodat er genoeg tijd is voor de ontvangst en overdracht of er wordt op een andere manier genoeg tijd gereserveerd voor de ontvangst en overdracht.

*Ouders en kinderen krijgen het gevoel welkom te zijn, omdat de komst van het kind al helemaal voorbereid is, denk hierbij aan: het mandje voor de spulletjes, de naambordjes, verjaardagskalender, presentiebord enz.

Vierogenprincipe

Het doel van de maatregelen rondom het vierogenprincipe is:

Het borgen van de veiligheid van kinderen van 0-4 jaar en medewerkers.

Het vierogenprincipe betekent dat medewerkers tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden gezien of gehoord moeten kunnen worden door een andere volwassene. Dit betekent niet dat er continue iemand moet meekijken of meeluisteren, maar dat op elk moment de reële kans bestaat dat er een volwassene meekijkt of meeluistert. Dit ter bescherming van medewerkers en kinderen. Het organiseren van de opvang zodanig dat het vierogenprincipe geldt in eerste instantie alleen voor de kinderdagopvang 0-4 jaar.

Het uitgangspunt is dat er met 2 pedagogisch medewerkers op de groep gewerkt wordt. Daar naast is er een paar handvatten te benoemen die houvast bieden bij het organiseren van het vierogenprincipe:

*Alle andere aanwezige volwassenen zorgen ook voor extra ogen en oren, zoals ouders die komen brengen en halen ed.

*Geluiden uit de slaapkamer moeten duidelijk hoorbaar zijn in de groepsruimte, anders moet een babyfoon in gezet worden.

*Bij de inrichting en het gebruik van ruimte wordt ook aandacht besteed aan het vierogenprincipe, zoals gebruik maken van spiegels, ramen in slaapkamerdeuren, deur open laten bij verschoonruimte ed.

*Pedagogisch medewerker die alleen op stap gaan met kinderen, laten altijd precies aan de andere collega’s weten waar ze naar toe gaan.

Ze gaan in principe alleen naar openbare ruimte en zijn in principe binnen een uur weer terug op locatie.

Het vierogenprincipe draagt bij aan het verhogen van de veiligheid van medewerkers en kinderen. Echter de inzet van pedagogisch medewerkers bij het voorkomen en signaleren van onveilige situaties is des te belangrijker. Zodra een medewerker een ‘niet-pluis’gevoel krijgt te aanzien van de veiligheid van een collega of kind, dan is het van grootste belang dat dit gevoel serieus genomen wordt. Zowel door de medewerker zelf, die het bespreekbaar moet maken met collega’s. we gaan dit signaal dan verder onderzoeken. Als er twijfels zijn over de veiligheid van en situatie of over het gedrag van anderen, dan moeten deze twijfels altijd geuit worden. Om medewerkers daarin te ondersteunen en te beschermen is er een klokkenluiderregeling.

5. kwaliteitsbewaking

De kwaliteitsbewaking vindt plaats op de volgende manieren:

Kindobservaties

Cursusaanbod

Pedagogische onderwerpen in overleggen

bottom of page